AANBOD

Zowel kinderen als volwassenen zijn welkom in de praktijk! 

Leerproblemen

Leesmoeilijkheden (dyslexie)

Kinderen of jongeren met dyslexie hebben moeilijkheden met correct lezen. Hun leesniveau ligt vaak lager dan dat van hun leeftijdsgenoten, wat wijst op een vertraagde leesontwikkeling. Het gaat om een hardnekkig probleem met het aanleren en vlot toepassen van het lezen van zowel woorden, zinnen als teksten. Ze kunnen moeite hebben met het onmiddellijk herkennen van woorden, ze draaien letters om en/of ze hebben problemen met de lettervolgorde in een woord. Ook het leestempo vormt vaak een struikelblok.

Spellingsmoeilijkheden (dysorthografie)

Wanneer iemand dysorthografie heeft, zien we hardnekkige problemen op vlak van spelling. Vaak schrijven ze woorden op zoals ze die horen. Dit komt doordat ze moeite hebben om alle klanken te automatiseren en om te zetten naar letters en bovendien om alle spellingsregels correct toe te passen. 

Rekenmoeilijkheden (dyscalculie) 

Dyscalculie is een leerstoornis waarbij de persoon moeite heeft om de basisvaardigheden van het rekenen onder de knie te krijgen. Rekenproblemen kunnen heel gevarieerd zijn. Het ene kind zal eerder moeite hebben met het automatiseren van de getalsplitsingen of de maal- en deeltafels. Het andere kind zal dan weer getallen omkeren of moeite hebben met de vaardigheden op vlak van getallenkennis, met het kiezen van de juiste oplossingsstrategie bij het hoofdrekenen, bij vraagstukken...

Taalproblemen

Taalachterstand

Bij een taalachterstand ligt de oorzaak vaak in het feit dat een kind te weinig heeft kunnen oefenen met de taal omdat er bijvoorbeeld te weinig tegen het kind is gesproken (in deze taal). De taalontwikkeling is vertraagd, het kind heeft nog niet het niveau van leeftijdsgenootjes bereikt. Deze achterstand kan in principe wel worden ingehaald.

Taalontwikkelingsstoornis

De taalontwikkeling (TOS) die bij de meeste kinderen bijna automatisch verloopt, verloopt dit bij een kind met TOS veel moeizamer. Het kind heeft vaak moeite met leren praten, duidelijk maken wat hij of zij bedoelt en met begrijpen van de gesproken taal. De taal- en spraakontwikkeling van kinderen met TOS verloopt anders dan bij leeftijdsgenoten.

Selectief mutisme

Selectief mutisme

Spreekt uw kind thuis erg veel, maar in bepaalde sociale situaties (bv. op school) niet? Er is mogelijks sprake van selectief mutisme. Een kind met selectief mutisme wil dus wel praten, maar durft of kan het niet in bepaalde situaties. Het is geen taalstoornis, maar eerder een angststoornis. Deze problemen worden multidisciplinair behandeld.

Articulatie- of spraakstoornissen

Fonetisch articulatieprobleem

Een fonetische stoornis is een stoornis waarbij iemand de klank kan vormen en ook deze klank bedoelt, maar de klank technisch niet goed vormt. De verstaanbaarheid wordt daardoor vaak slechter. Een voorbeeld hiervan is het lispelen, problemen met de uitspraak van de /r/ of addentaliteit waarbij de tong bij de uitspraak van enkele klanken op een verkeerde positie staat, namelijk tegen de tanden. Dit kan er soms voor zorgen dat er afwijkende mondgewoonten en myofunctionele stoornissen optreden. Soms worden de moeilijke klanken ook vervangen door een andere klank of net volledig weggelaten. 

Fonologisch articulatieprobleem

Er bestaan ook fonologische articulatieproblemen waarbij iemand minder goed verstaanbaar is bij leeftijdsgenoten. Het probleem situeert zich dan niet op het niveau van de productie van de klanken, maar op het niveau van de betekenistoekenning. De klanken worden niet op de correcte plaats gebruikt. Tot een bepaalde leeftijd passen kinderen vereenvoudigingsprocessen toe in het spreken en is dit ook een normaal verschijnsel. Kinderen met een fonologische articulatiestoornissen blijven die vereenvoudigingsprocessen toepassen op de leeftijd waarop leeftijdsgenoten dat niet meer doen.

Myofunctionele stoornissen 

Oro-myofunctionele afwijkingen

Oro-myofunctionele afwijkingen zijn functionele afwijkingen van de tong, lippen en/of de kaak. Door een foutief gebruik of een foutieve positie van deze structuren kunnen de tand- en kaakstand beïnvloed worden. Ook foutieve gewoonten zoals duimzuigen of tandknarsen vallen onder oro-myofunctionele problemen. Vaak worden deze problemen opgelost door de combinatie van logopedische therapie en orthodontie. Een foutieve positie van de tong, lippen of kaak tijdens het spreken kan ook de articulatie beïnvloeden.

Ik ben een erkend OMFT-specialist.

Slikstoornissen 

Dysfagie

Dysfagie betekent een stoornis in het slikproces. Hierbij geraakt het voedsel niet verder dan de mond of keelholte of komt het vast te zitten in de slokdarm na het slikken. Men ervaart problemen met het het doorslikken van eten, drinken, speeksel of medicijnen. Zowel de slikspieren als de gevoeligheid kunnen verstoord zijn. Mogelijke symptomen bij deze patiënten zijn: langzamer eten, herhaaldelijk slikken, veelvuldig hoesten, verslikken, kwijlen (al dan niet tijdens de maaltijd)... Wanneer een persoon met dysfagie zich verslikt, kan dit een longontsteking tot gevolg hebben. Dysfagie kan optreden na een CVA, een tumor, een trauma, een hersenstamletsel of als gevolg van neurodegeneratieve aandoeningen zoals de Ziekte van Parkinson, Huntington of Multiple Sclerose (MS). 

Neurogene stoornissen 

Afasie

Afasie is een verworven taalstoornis ten gevolge van een hersenletsel, waarbij het taalbegrip, het spreken, het lezen en/of het schrijven gestoord kunnen zijn. De kenmerken en de ernst ervan variëren van persoon tot persoon en hangen onder andere af van de plaats en de uitgebreidheid van het getroffen gebied in de hersenen. Mogelijke moeilijkheden zijn problemen met het taalbegrip, woordvindingsproblemen, het zeggen van andere woorden dan men eigenlijk bedoelt, het verkeerd vormen van woorden en het niet kunnen vormen van correcte zinnen. 

Dysartrie

Wanneer na een hersenletsel problemen optreden bij de spiercontrole van de spraakorganen, spreekt men van dysartrie. De spieren die instaan voor het spreken zijn verslapt, werken vertraagd of er is sprake van verminderde coördinatie. Dat maakt dat zowel de ademhaling, de stemgeving, de zinsmelodie, de resonantie, als de articulatie hierbij gestoord kunnen zijn. Dat zorgt er uiteraard voor dat de verstaanbaarheid vermindert. Welke componenten precies gestoord zijn, hangt af van de plaats en de uitgebreidheid van het gebied in de hersenen dat geraakt is.

Apraxie

Apraxie is een probleem in het plannen van de spraakbewegingen veroorzaakt door een hersenletsel. Het gaat dus niet om het eigenlijke bewegen van de spraakorganen, maar het is de programmatie van de spieren die verstoord verloopt. Zowel mond-, tong- en gelaatsbewegingen als bewegingen van ledematen kunnen hierdoor moeilijk zijn.

Cognitieve problemen

​Als gevolg van een hersenletsel kunnen er zich problemen voordoen op vlak van concentratie, aandacht en geheugen. Soms kan de patiënt een vertraagde informatieverwerking hebben, waardoor hij of zij enkele minuten later een antwoord geeft op een vraag. Het gesprek is ondertussen al verder geëvolueerd. Dit kan erg vervelend zijn voor de patiënt, maar ook voor de omgeving. 

BIJLES

Prijs op aanvraag.